Jonge aanplant moet begeleid worden zodat de takken die wij selecteren, kunnen uitgroeien tot sterke takken die veel fruit kunnen dragen. Laat je een jonge boom zijn ding doen, dan groeit deze uit tot een boom met een wirwar aan takken, met veel blad en weinig kwalitatief fruit.

Oude bomen hebben vaak een wirwar van takken. Deze takken schuren vaak tegen andere. Er zijn veel dode en oude takken die nog amper vruchten dragen. Door deze te snoeien dwingen we de boom om nieuwe, vruchtdragende takken te maken.

Leibomen zijn op en top ‘cultuurbomen’. We creëren ze zo dat ze tegen een muur of in een lijn kunnen groeien. Deze bomen hebben het meeste snoei nodig van alle bomen. Ieder jaar moeten ze 1 of zelfs 2 keer gesnoeid worden. Zoniet zullen ze snel uit hun leivorm ontsnappen, en doorgroeien als een ‘nomale’ fruitboom.